SV | Toen zeide Joab: De HEERE doe tot Zijn volk, gelijk zij [nu] zijn, honderdmaal meer; zijn zij niet allen, o mijn heer koning, mijn heer tot knechten? Waarom verzoekt mijn heer dit? Waarom zou het Israel tot schuld worden? |
WLC | וַיֹּ֣אמֶר יֹואָ֗ב יֹוסֵף֩ יְהוָ֨ה עַל־עַמֹּ֤ו ׀ כָּהֵם֙ מֵאָ֣ה פְעָמִ֔ים הֲלֹא֙ אֲדֹנִ֣י הַמֶּ֔לֶךְ כֻּלָּ֥ם לַאדֹנִ֖י לַעֲבָדִ֑ים לָ֣מָּה יְבַקֵּ֥שׁ זֹאת֙ אֲדֹנִ֔י לָ֛מָּה יִהְיֶ֥ה לְאַשְׁמָ֖ה לְיִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | wayyō’mer ywō’āḇ ywōsēf JHWH ‘al-‘ammwō kâēm mē’â fə‘āmîm hălō’ ’ăḏōnî hammeleḵə kullām la’ḏōnî la‘ăḇāḏîm lāmmâ yəḇaqqēš zō’ṯ ’ăḏōnî lāmmâ yihəyeh lə’ašəmâ ləyiśərā’ēl: |
Toen zeide Joab: De HEERE doe tot Zijn volk, gelijk zij [nu] zijn, honderdmaal meer; zijn zij niet allen, o mijn heer koning, mijn heer tot knechten? Waarom verzoekt mijn heer dit? Waarom zou het Israel tot schuld worden?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Toen zeide Joab: De HEERE doe tot Zijn volk, gelijk zij [nu] zijn, honderdmaal meer; zijn zij niet allen, o mijn heer koning, mijn heer tot knechten? Waarom verzoekt mijn heer dit? Waarom zou het Israel tot schuld worden?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!